zondag 28 december 2014

woensdag 24 december 2014

Maleisië


Hallo Maleisië, wij groeten U door je groetvlag  in de mast te hijsen. Veel werk mee gehad om hem te maken, vooral door de horizontale strepen vergelijkbaar met de Amerikaanse vlag.
Na al de drukte van Indonesië i.v.m. de rally en bijna 5000 mijlen die we inmiddels hebben afgelegd sinds we Fiji verlieten, voelt het liggen met Drifter in een stille rivier in Maleisië als een warme deken. De rivier en Marina scheiden ons van het drukke Singapore. Hier worden we omringt door natuur en stilte. De Marina is onderdeel van een hotel met vakantievilla’s, golfbanen, zwembad en sauna, dit alles verscholen in het groen. We verbazen ons over de vele vogels, natuur en vredigheid. De Marina is nagenoeg leeg omdat alles wordt gerenoveerd. De verbouwing wordt in alle stilte uitgevoerd, wij hebben nergens last van.  
Na een paar dagen vertrekken we met de ferry naar Singapore, dat staat beschreven als bruisend, kosmopolitisch, multicultureel en een intrigerend mengsel van oud en nieuw. We hebben een dakterras appartement gehuurd. Dit land is zo goed georganiseerd dat zelfs de tijd van oversteken bij een zebrapad aangegeven staat en vergezeld gaat met geluid van stappen, op het laatst versnellend! Niemand onderscheid zich en we missen de gezelligheid op straat. Is dat wat men bedoeld met ‘nieuw’? De Singaporese bevolking lijkt altijd onderweg en iedereen, werkelijk iedereen “communiceert?” via gsm, tabletten en laptops.
Wij reizen vier dagen met de metro en we zien dat niemand rechtstreeks met elkaar praat, allen druk
in hun eigen wereld via het display. Nergens schreeuwende reclames en geen lawaai of zelfs geluid! Via de tv in het appartement zien we dat de regering, die autocratisch wordt genoemd behoorlijk indoctrineert  met ontelbare ‘’opvoedkundige’’boodschappen. Iedereen behoort te werken. Ledigheid is des duivels oorkussen! Is er in dit  land geen armoede, geen daklozen? Nergens een stukje papier, kauwgum, graffiti en de bussen zijn werkelijk brandschoon. Ook hangen er overal camera’s! Zoals ik al vermeldde: clean, totale clean! Geen excessen, geen andersdenkenden? Niemand springt eruit, een schone grijze massa. Valt ook wat voor te zeggen, nietwaar? Doet me sterk denken aan 1984 van Aldus Hucksley, alleen wat achterhaald
en moderner van opzet. Chinatown en de Indische buurt is anders, kleurig, rommeliger, schreeuwend maar vooral toeristisch. Toerisme is hier een winstgevende bedrijfstak.
Is er iemand van jullie met vakantie in Singapore geweest? Toch alleen maar op doorreis of stopplaats door Azië? Vanaf de 50er jaren zijn er in de buitengebieden ontelbare torenflats gebouwd en vanuit overheidswegen werd er vooral gestimuleerd om daar te gaan wonen. Veel groen, mogelijkheden voor sport, speeltuinen, parken, wandelpaden en overdag geen mens te zien!  Waar zijn toch al die mensen, moeders met kinderen, kletsende buurvrouwen en ouderen met hun dambordje, de leugenbankjes zoals wij er honderden in Nederland hebben?  
Indonesië en Singapore wordt gescheiden door een van de drukst bevaren waterwegen op de wereld. We varen tussen honderden geankerde en varende zeeschepen, ferry’s en vrachtschepen door als we Singapore passeren. Je moet echt ook ogen in je achterhoofd  hebben. Uitkijken geblazen. Zeilen kunnen we nauwelijks vanwege gebrek aan wind of tegenwind. We motoren heel wat af, dan was de Pacific met de passaat  winden wel heel wat anders!
Port Dixon,alweer een prachtige Marina met hotel, bar, zwembad en, naar wordt beweerd, het langste strand (17 km). De eerste paar dagen is het niet druk in de marina maar dan varen de zeilboten van de Maleisië-rally een voor een binnen. De meeste kennen we nog van de Indonesië-rally.  Het is niet zo dat we niet van de rally hebben genoten, maar wij vinden het ook heerlijk ons eigen gang te gang op wat ‘stillere’ plekken. Toch ontkomen we niet aan wat drukte omdat we vanaf 5 december voor wat langere tijd bij meerdere zeilers liggen in de marina bij Pankor eiland liggen. Belangrijk is dat we even een adres hebben om wat zaken aan te laten komen en veilig liggen met Drifter is ook belangrijk.

Een bezoekje van drie dagen aan Melaka  is anders omdat we verblijven in een hostel aan de rivier. Het gedeelte waar Nederland via de VOC heeft geheerst is minder Nederlands als dat staat aangegeven in ons reisboek. De steenrode gebouwen doen ons echt niet denken aan Nederland. Laten we maar zeggen dat het Aziatisch  is met een tintje of snuifje aan Hollands folklore doorweven  met opgesmukte rijk versierde gekleurde riksja’s voor de vele toeristen. Lachen! 
Terug in de marina bezoeken we de speciale zaterdagavondmarkt die om 17.00 begint en om 21.00 uur is afgelopen. Tientallen stalletjes met vooral eten! De geur en het zien van zoveel lekkers maakt ons hongerig. En eten doen we. Bij ons niet van, ”wat de boer niet kent…” Alles uit het handje en uit het plastic zakje, rechtstreeks klaar gemaakt vanuit de rokende wok’s, waar je zelf bijstaat! Een beetje van dit en van dat er nog bij, een beetje meer? We eten voor het eerst weer loempia’s! En lekker…, jammy!
Port Klang, een havenplaats aan de rivier is het tegenovergestelde van wat we aan marina’s tegenkwamen tot nu toe. De brede grote rivier heeft een getijde dat 4 meter verval kent, erg hard kan stromen en waar het ‘leeft’. Later aan een drijvend ponton houden we alle luiken dicht vanwege het gevaar van ongedierte, jawel ratten! Het opgetaste vuil dat zich via het water verplaatst komt tussen de pontons en de boten vast te zitten bij de kentering van het getij.
Vuile rivier in Klang
Grote witte reigers in een paar miezerige bomen.. Zij zitten mistroostig in de bomen, de schouders hoog opgetrokken, zo verkleumd!  Hoe kunnen zij de vissen lokaliseren tussen al dat vuil en het bruine water? Ik zou er ook depressief van worden!

In de vorige flessenpost is het verhaal weggevallen van een raar fenomeen dat we zagen in Indonesië en nu wederom in Maleisië. ! In Kalimantan zagen we voor het eerst in de stad tientallen grijze betonnen gebouwen van drie verdiepingen hoog met kleine ronde gaten inplaats van ramen en overal het geluid van zwaluwen. Wat bleek? Met loudspeakers worden zwaluwen verleid om in deze gebouwen hun nesten te bouwen en zij doen dat netjes met honderden. Waarom, vroegen we ons af? Deze zwaluwen gebruiken speeksel om hun nesten stevigheid en houvast te geven en dat spuug (saliva) blijkt goud op te brengen!  Er worden zoete gelei achtige sappen en vogelnestsoepen van bereid. Moet goed voor lijf en leden zijn! Echt waar! Ongelooflijk toch? Dat iemand daar aan gedacht heeft is al curieus, is het niet? Nu, de Chinezen geven kapitalen voor deze vogelnestjes. Dit kopje valt echt wel onder vreemde zaken, niet? Kan het nog gekker? Iemand met de juiste handelsgeest daaro in Nederland…? Wij hebben toch ook zwaluwen?

Pankor Marina,ligt aan de westkust van Maleisië. Daar laten we verschillende zaken die nodig zijn voor navigatie aankomen. In de tussentijd wat herstellen en reizen per trein! Ook Kuala Lumpur staat op ons lijstje! Rob en Soraya hebben al een doosje drop op de post gedaan, yammi!
Tot schrijfs.

Coby
December 2014 
Art in Melaka
Art in Melaka

De rivier in Melaka is schoon en atraktief

Langs de rivier in Melaka
Jammy jammy in Maleisië

De vuile rivier in Klang

Spreekt voor zich, toch....?

zaterdag 8 november 2014

Lombok, Bali en Kalimantan, Indonesië 2

Iedereen die een aantal Indonesische eilanden bezoekt zal zich net als wij al snel bewust worden van de verscheidenheid aan etnische groepen, gebruiken, religies en rituelen. Moslim of Hindoe, Boeddhist of Christen, een eenheid in verscheidenheid! Toch is 90 % van de bevolking moslim en overal waar wij komen staan de luidsprekers een aantal keren per dag te galmen om de mensen te manen tot het gebed. Hier op de rivier zijn de verschillende gezangen hinderlijk aanwezig, de eerste dienen zich al aan om 5 uur in de ochtend.
Nadat we de Komodo eilanden hebben bezocht varen we naar Lombok, het oostelijke buureiland van Bali. Toch weer zo’n 219 zeemijlen verder naar het westen van Indonesië. We liggen achter ons anker in de Marina en er zijn douches, aangelegde tuinen en een open restaurant, alles even netjes onderhouden. Hier treffen we op een avond twee leuke Nederlandse vrouwen. Al vaker fietsend door Indonesië doen zij nu Lombok aan. Knap hoor onder deze vaak chaotische verkeersomstandigheden. Hitte, klimmen, dalen onder begeleiding van honderden motortjes en paardenkarren (cidomo’s), niet echt gemakkelijk!
Een speciaal welkom staat ons te wachten en vele belangrijke genodigden in de klederdracht van verschillende provincies maken hiervan deel uit. We nemen ten slotte deel aan ‘Sail Indonesia’. We worden zelfs verrast met de aanwezigheid van mooie inlandse vrouwen die deel hebben genomen aan de miss verkiezingen. Tv camera’s maken opnames van de uitbundige feestelijkheden. Open tenten met veel draperieën in de landkleuren van Indonesië, rood en wit, dans, muziek en buffet, alles tot in de puntjes verzorgt. We zien voor het eerst de traditionele vechtsport met stok en schild. Er gaat een behoorlijke tijd vooraf voordat er twee rivalen bereid zijn om de strijd met elkaar aan te gaan, het gaat er hevig aan toe en rake klappen worden uitgedeeld. We zien de striemen op armen en rug verschijnen. Zelfs de scheidsrechter heeft moeite om er ongeschonden tussenuit te komen. Niet alleen show dus!
Wij huren een motorfiets en gaan met de flow van georganiseerde chaos naar de hoofdstad Mataram. De weg is zelfs heel goed en gelukkig kent Lombok weinig autoverkeer. Een drukke stad met musea, culturele centra, tempels en moskeeën, een drukte van jewelste. We moeten rekening houden met de vele paardenkarren en de apen onderweg.
Later die dag, als we terug gaan, nemen we de kustweg waar tientallen jongeren met motors en scooters van de zonsondergang genieten. Overal staan stalletjes met eten. We zien dan ook de achterliggende vulkaan, Gerung, in de rode lucht afgetekend. Het uitgaansleven op zaterdagavond!
De motor bevalt ons goed en we maken nog een tocht, nu naar de
watervallen. We wandelen dwars door de rijst- en pinda velden naar de waterval waar Arnold natuurlijk een duik neemt in het koude water. Onderweg zien we de vele veldwerkers in gebukte houdingen om de pinda ’s te oogsten en binnen halen. De begeleidende gids vertelt ons dat zij twee grote balen per dag plukken en daarvoor per zak 25.000roepia (€ 3,25) ontvangen. Kennen wij niet het gezegde; peanuts, in de zin van het is niets of kost niets? Voor een klein inkomen staan zij de hele dag in de hitte gebukt te plukken. Peanuts! Ik zal het woord niet snel meer als symbool voor hoegenaamd niets gebruiken.
Er wordt van ons gevraagd om op een school in het Engels te spreken en natuurlijk doen we dat. De jonge studenten, in het begin wat verlegen maar steeds meer loskomend, proberen hun Engels uit op ons en dat gaat ze goed af als wij het maar eenvoudig en schools houden, Op inhoudelijke vragen is het begrip van zinnen niet gemakkelijk voor ze. Maar lachen, doen we zeker.
Helaas hebben we ook hier geen tijd om het binnenland of andere delen van Lombok te leren kennen want de rally gaat verder en nu naar de noord kust van Bali.
Bali, in 1906 is er vooral rondom Denpasar gevochten tegen de Nederlandse milities. Duizenden Balinese krijgers, slechts gewapend met speren en krissen stierven een tragische en heldhaftige opofferingsdood, door de hand aan zichzelf te slaan of door Nederlandse kogels. Een trieste geschiedenis en wij zijn er niet zo blij mee als er gevraagd wordt waar we vandaan komen. Belanda, Belanda, uit Nederland!
Vooral Bali is een paradijs voor kunstnijverheid en overal zien wij ambachtslieden die in de open lucht hun ambacht uitoefenen. Er zijn maar weinig landen ter wereld die zo veel gelegenheid geven tot ontmoetingen met zoveel kunstenaars die een eeuwenoud ambacht beoefenen. We zien veel houtsnijwerk, bewerking van stenen, metalen, edelsmeden, glasblazers, manden en keramiek, schilderkunst, poppen en maskers. Alles uitingingen van de spiritualiteit van de mensen. Beeldende kunsten zijn belangrijk voor de maatschappelijke en culturele identiteit en spelen een rol bij overgangsriten bij geboorte, bereiken van de pubertijd, huwelijk en overlijden. Wij kunnen de overvloed van kunstnijverheid en verfijnd vakmanschap nauwelijks verwerken na het toch wel tekort op dit gebied in Fiji. 
Tochten over het eiland naar het voornamelijk toeristische middengedeelte voeren ons over de bergen en langs de mooie lagergelegen rijstvelden. Onderweg naar Ubud kunnen we zelfs dozen aardbeien kopen. Voor ons een onverwachte traktatie en vooral later met suiker op een vers sneetje wit brood! Heerlijk! Verder krijgen we heel wat te zien van de Hindu-Dharma godsdienst want bij ieder huis staan de velen schrijnen en tempels. Een grote uitzondering is een eenvoudige Boedistische tempel met de opengewerkte stoepa’s. Hier straalt een rust van uit.
We bezoeken ook Pura Gunung Kawi, een 11de eeuw complex van in de rotsen uitgehouwen schrijnen en monnikscellen met het uitzicht over de rivier Pakerisan. De stalletjes met verkopers staan rechts en links opgesteld en het is spitsroeden lopen. Allen roepen om hun waar te laten zien en hopelijk te verkopen. ‘’Mister, mister’’? 

Kalimantan, Borneo. In Kumai aangekomen, een stadje aan de drukke rivier worden we i.v.m. de rally weer feestelijk ontvangen en twee dagen zijn er uitgetrokken voor ontvangsten en rondritten met een grote luxe bus onder begeleiding van politie op motor en drie grote zwarte politieauto’s. Dit is site-seen op zijn best en plots maken we deel uit van de honderden toeristen die dit eiland bezoeken. Cultuur, dansen en uitstapjes, de verzorging van drinken en voedsel zijn optimaal, we komen niets tekort! We moeten zelfs in een soort religieuze carnavalsoptocht mee lopen en hebben allemaal een gifgroen poloshirt gekregen met de rallynaam erop! Iedereen wil met de groep op de foto en we voelen ons even vips. De tocht over de rivier in kleine smalle tjek-tjeks is speciaal omdat we nu pas zien hoe het leven zich afspeelt op en langs de rivieren. 
Dit is het land van de stroomversnellingen, oerwouden en wilde dieren. De vele vogelsoorten, orang-oetans, neusapen ( die zij Dutch monkeys noemen), gibbons, javaanapen, neushoornvogels, varanen en krokodillen.
De longhouses en talrijke nederzettingen aan de rivieren van Borneo. De hutten en huizen staan op palen en op drijvend pontons heeft de bevolking openbare toiletten geplaatst. Een speciaal netwerk van planken tussen de woningen vormt het wegennet Het vuil en afval gaat allemaal het water in, ook het vele vuil dat overal droog opgestapeld ligt. Met de eerste moessonregens zal al dat vuil wegspoelen om uiteindelijk in de zeeën rondom de eilanden te verdwijnen. 
Langs de rivier in dit stadje zien we een eigenaardig fenomeen. Tientallen grijze gebouwen torenen boven het stadje uit. Geen ramen aanwezig maar overal kleine gaten. Het blijken broedplaatsen te zijn voor de duizenden zwaluwen die hun nesten binnen bouwen. Zij worden gelokt door zwaluw geluiden uit de luidsprekers op de gebouwen. En om deze nesten gaat het! Voor wat en voor wie? Het speeksel waarmee deze vogels de nesten bouwen moet erg gezond zijn, speciaal voor zwangere vrouwen. De nesten worden geëxporteerd naar China! Jawel, die eten de vogelnesten in een soort soep! Kan het nog vreemder? Het is een miljoenen business!
Wij liggen met een groot aantal zeilboten op de rivier naast het grote National park,Tanjung Puting waarheen we een tocht boeken, een driedaagse tocht op een rondvaartboot ( klotok)voor de jungle. Wij zijn niet de enige aan boord want onze Franse vrienden met twee kinderen, hondje Eiko en moeder gaan met ons mee. Op de valreep ook nog gezelschap van John, een Canadese solozeiler. De bemanning bestaat uit twee schippers, een kok en een gids. Geen hoogseizoen maar wel heel veel andere klotoks op de rivieren om allen tegelijk aan te komen op de voederplekken van de orang-oetans. Filevorming op de rivier.
In het wild blijft een jonge orang-oetan de eerste zeven tot acht jaar bij zijn of haar moeder en leert alles om te overleven. Om een jonge orang-oetan te vangen moeten stropers de moeder doden, waardoor het lange leerproces abrupt onderbroken wordt. In rehabilitatiecentra wordt geprobeerd om de in beslag genomen dieren natuurlijk gedrag aan te leren om te kunnen overleven. Op speciale plekken worden deze apen bijgevoerd met bananen. Het is de bedoeling dat de gerehabiliteerde dieren zelf op zoek gaan naar ander eetbare vruchten. En het zijn werkelijk prachtige dieren en sporadisch zien we ze ook soms in de bomen langs de rivier als we voorbij varen. Fantastisch, we zien moeders met kinderen in verschillende leeftijden en een aantal jongeren. De vaak imposante mannetjes zien we alleen op de voederplaatsen. Velen leven solitair. We worden regelmatig opgeschrikt door het vele gekrijs van de neusapen in de bomen als zij Eiko, het hondje bij ons aan boord zien. Eiko zelf wordt er niet koud of warm van. Zelfs niet als we een grote kop van een krokodil naast de boot ontdekken!
De tijd breekt aan om verder naar het noordwesten te varen richting Maleisië en Singapore waar we voor de 24ste oktober moeten zijn omdat dan het visum van Indonesië verloopt, maar we komen terug! Hebben nog zoveel eilanden niet gezien!

Oktober 2014,
Coby








 




 
 
 



woensdag 24 september 2014

Indonesië, gamelan, islam, knetterende brommertjes, saté en kroepoek


Torres Strait! De beruchte zeestraat tussen Papua New Guinea en Australië, waar wij Drifter doorheen sturen. De passaatwind samen met een flinke stroom mee stuwt ons met 9 knopen snelheid erdoor heen. (normaal gaan we 5 á 6 knopen) We zien grote zeeschildpadden in het heldere blauwe water hard voorbij peddelen. Mijlen ver azuur blauw, veroorzaakt door ondiepten en de bodem die uit wit zand bestaat.
Verderop zien we heel wat vissersvaartuigen die totaal niet reageren als wij ze oproepen, Arnold geeft zelfs een alarmstoot via de marifoon (VHF) als er een recht op ons afkomt. Wij moeten uitkijken en uitwijken en maken dat we weg komen! Het is hùn straat waar wij ons als indringers voelen. #*+**##
Voor het eerst na lange tijd weer prachtige heldere zonsondergangen te zien. En we vangen weer een vis, nu een geelvin tonijn. Twee keer per dag sushi en sushimi!
We varen in 8 dagen naar het eiland Yamdena in Indonesië met het stadje Saumlaki, waar een deel van de rally bijeen komt.Als we achter ons anker liggen horen we iemand die ons toeroept in onze eigen taal; “Goedemorgen!” Het is een van de organisatoren van de rally, George, die later vertelt dat hij in Rotterdam is geboren. 
 De vele formaliteiten nemen dagen in beslag en we lopen een deuk op! Een
motorboot met officials ramt Drifter als zij op topsnelheid naast ons willen aanmeren. Het raam en frame van een patrijspoort gaan aan scherven. Nog geen verontschuldiging kan eraf. We zijn woest en ontdaan. Later blijkt dat zij ook erg geschrokken waren. Bij de catamaran Sirius zie ik een politievaartuig liggen en op mijn herhaaldelijk aandringen komt een officier uiteindelijk een kijkje nemen. Een paar foto’s van zichzelf erop met op de achtergrond een gehavende Drifter, dat is wat hij belangrijk lijkt te vinden. Een flinke domper op het geheel. We kunnen niet verder zeilen zonder eerst een noodvoorziening te maken. Drifter wordt er niet mooier op…
Na een aantal dagen komen er meer zeilboten binnen, alle vanaf Darwin, Australië. Een aantal neemt deel aan een tweede rally. Voor het stadje liggen nu al 28 zeilboten.We worden welkom geheten door een comité van stijlvol traditioneel geklede oude mannen, erg belangrijke Indonesiërs zo te zien, duidelijk uit de hogere kaste! In het kader van een welkomceremonie zingen zij een lied en geven ons een slok sopi of arak, een plaatselijke palmwijn. Straf spul…. Een speciale dansgroep van kinderen met begeleiding van muziek, staan op ons te wachten. Jeetje, heel anders dan wat we allemaal op de Pacific te zien kregen. De meisjes opgemaakt als volwassenen met ingetogen kleine danspasjes en fijne elegante hand gebaren maken deze dansen heel stijlvol om te zien. Ook zingen zij ons in Engels toe, heel verrassend! Later willen vooral de meisjes met iedereen op de foto. Dit zal tot vervelens toe
heel wat keren meer gebeuren. In Indonesië beschouwd men het als een hele eer om samen met blanke mensen op een foto te staan. Drankjes, lekkere hapjes, diners en tours over het eiland staan ons nog te wachten.

Hoe beschrijf je de lawine van eerste indrukken waaronder we bedolven worden? De vele mensen, muziek, de knetterde brommertjes die om de haverklap toeteren, open stinkende rioolputten en opgebroken stoffige trottoirs, galmende minaretten, gezellige drukke pasars (markten), de geuren van verschillende stalletjes op straat met etenswaren? En steeds opnieuw horen we, ‘’hallo misses, mister’’ en iedereen wil op de foto met ons…
Getijdenwater, soms breekt het ons op een leuke manier op! Op de kant aangekomen meren we aan de achterzijde van een hotel. Een wankele houten trap die ons naar boven leidt door een oase van groen, de lange tuin van het hotel met tientallen potten met planten en palmbomen. Overal staan banken, tafels en ligmogelijkheden. Erg uitnodigend allemaal. Het bier is er koud en goed van smaak. Zeilers blijven graag hangen op deze uitzonderlijke plek. Een stuk rustiger dan het stadje. Als we de straat op willen gaan moeten we door een lange corridor van het hotel lopen. Als we veel later terug willen naar Drifter, is het water zodanig gezakt dat het beter is een aantal uren te wachten. Reden genoeg om langer te blijven hangen. 
Daarna door naar de eilanden Alor en Flores. We varen langs rokende conusvormige vulkanen en zien in de avond de gloed van de lava. Ook hier weer een prachtige welkomstavond georganiseerd voor de deelnemers aan de rally. Muziek, dans en een buffetdiner. Geen alcohol en we missen het niet eens.
We zijn op tijd aangekomen in Alor om nog te kunnen genieten van en groot festival en toeren over het eiland waar we authentieke en traditionele dorpen bezoeken. De mensen zijn erg vriendelijk. Velen zijn tandloos maar kauwen wel op betèlnoten en naar wat ik heb gelezen tegelijk op koraal. Dit maakt het tot een papje. Speeksel hoopt zich op en daardoor zien de stompjes en tandvlees er bloederig uit, kan nog het erger? Ja, op Sumatra leven de Bataks en zij slijpen de tanden af tot stompjes om ze daarna zwart te maken met baja-hout. Maar daarover later!
Op Flores bezoeken we de hoogste vulkaan, Keli Mutu met drie kratermeren die verschillend zijn van kleur. Die kleuren krijgen we helaas niet te zien vanwege het slechte zicht. Hier hoger in de bergen hebben we vandaag toevallig regen en dikke mist. Jammer, dan maar op Google-earth kijken hoe het er uitziet. Weer lager gekomen zien we de mensen werken op de sawa’s. De lager gelegen rijstveldjes met kronkelige dijkjes schitteren door het water en strekken zich uit als webben langs de steile berghellingen. Onze chauffeur stopt op ons verzoek overal om plaatjes te schieten. Wat een prachtig landschap… 
Verder gaat het en bijna iedere dag varen we via de baaien en inhammen van de noordkust van Flores. Knetterende en pruttelende motortjes van voorbij varende vissers verstoren de rust, maar we genieten ervan. Het is uitkijken vanwege de lange sleepnetten die bijna niet te zien zijn maar honderden meters lang drijven achter deze lage bootjes. Niet altijd is er vlag te zien waar het net eindigt.
En dan weer rust en stilte! Bij een klein dor uitziend eiland zien we in de avond aapjes op het strand op zoek naar voedsel, krabbetjes en schelpjes. Het strand is schoon gespoeld door het opkomende water, achter de vloedlijn ligt het vuil overal hoog opgestapeld. Het leek ook te mooi om waar te zijn!

Dan komen we aan op de Komodo eilanden en varen eerst naar Rinca. Een van de vier eilanden waarop de reuzedraken huizen. De Varanus Komodoensis. Op beide eilanden, Komodo en Rinca leven er ongeveer 4000 van deze uit de kluiten gewassen varanen.
En ze zijn er! Tijdens een flinke wandeling onder begeleiding van ’n ranger, uitgerust met een lange gevorkte stok om zichzelf en ons te beschermen, komen we er verschillende tegen. De kleintjes verschuilen zich na de geboorte 3 à 4 jaar in de bomen voordat zij zich op de grond wagen. De eilanden zijn erg droog maar toch zien we roedels herten, wilde buffels, paarden en zwijnen. Genoeg voedsel voor de komodo’s. De dragons zijn in staat een zwijn of hert ineens te doden. De buffels en paarden verwonden zij waarna een infectie door bacteriën de rest doet. Binnen een week is het dier dood en doen de dragons zich te goed aan een uitgebreid diner.
Op een heuvel aangekomen zien we in de verte de hoge bergen en vulkanen op Sumbawa liggen. 

Tot zover deel 1 van Indonesië. Wordt vervolgd.
Heel veel groetjes,
Coby
September 2014